Deze zondag 19 oktober was de laatste wedstrijddag van seizoen 2025 voor Intermarché-Wanty, dat op drie fronten actief was: in China voor de Tour of Guangxi, in Japan voor de Japan Cup en in Nederland voor de eerste editie van de Tour of Holland.
Van de laatste World Tour wedstrijd van het seizoen in Guangxi zal de Waalse ploeg huiswaarts keren met drie top tien plaatsen in de sprint voor Arne Marit en een zevende plaats in het eindklassement voor Kamiel Bonneu, zijn eerste ereplaats in een rittenkoers op het hoogste niveau.
Op Japanse bodem, het thuisfront van partner NIPPO, heeft Luca Van Boven een sterke prestatie neergezet. In de Japan Cup eindigde hij na een solovlucht van twintig kilometer op de zestiende plaats. Hij kreeg de bergtrui uit handen van Yoshikazu Yoshikawa, de voorzitter van de NIPPO-groep.
Tot slot kwam Huub Artz dicht bij de overwinning in de zesde en laatste etappe van de Tour of Holland. In de straten van Arnhem bleef hij met zijn medevluchters net uit de greep van het peloton en werd hij in de sprint met vier enkel door Danny Van Poppel vooraf gegaan. Naast zijn podiumplaats mocht hij ook de prijs van de strijdlust in ontvangst nemen.
“We verwachtten allemaal een massasprint vandaag, maar na een paar ronden merkte ik dat de sprintersteams het moeilijk hadden om alle aanvallen te controleren. Ik zag dat er na de finish een stuk lag waar echt gekoerst kon worden, zeker als je bovenop bleef doortrekken — daar viel de meeste schade in het peloton. Dus besloot ik voluit te gaan en te blijven aanvallen. Ik zou wel zien wat er gebeurde. Gelukkig dachten nog een paar renners hetzelfde. Met Alec Segaert en Cameron Rogers hadden we een sterke groep, en op het einde zeker met Danny van Poppel. Zonder hem hadden we het nooit gehaald. Dat iemand als hij me klopt in de sprint, daar kan ik perfect mee leven. Pas na de aankomstlijn besefte ik hoe nipt het was met het peloton, want we werden al snel overroeld. Het heeft even geduurd, maar ik begin nu echt de vruchten te plukken van mijn eerste grote ronde in de Vuelta. Het is mooi om mijn eerste profjaar op deze manier af te sluiten. Het seizoen begon moeizaam, maar ik heb mezelf goed kunnen ontwikkelen als klassementsrenner in kleinere rittenkoersen en mijn tijdritniveau sterk verbeterd. Dat geeft vertrouwen voor de toekomst.”
