« In de eerste twee ritten van deze Dauphiné was ik binnen het team de beschermde renner in het geval van een mogelijke sprint. Vandaag was pas mijn vijfde wedstrijddag op World Tour niveau en ik voel me dan ook vereerd door deze blijk van vertrouwen in mijn capaciteiten. In beide etappes werd ik telkens goed omringd tot de aanloop naar de sprint. Door het hoge tempo op de klim op 9 kilometer van de finish, was de finale uitdagender dan gisteren en dat zorgde ook wel voor een andere sprint. » « Ik heb gevochten om het wiel van Wout Van Aert te pakken te krijgen en bleef er zo lang mogelijk zitten. Tijdens de laatste meters van de rit kwam ik uit zijn wiel en sprintte zo naar de derde plaats in het peloton. De kopgroep was erg sterk vandaag en voor mezelf is het uiteraard spijtig dat ze erin slaagden op voorop te blijven. Anders was het podium misschien wel mogelijk geweest. Ook al heb ik honger naar meer, deze vierde en achtste plaats stemmen me best tevreden. Tegen jongens als Van Aert of Hayter is het moeilijk om beter doen, ik ben namelijk geen pure sprinter. » « Ook bergop heb ik een goed gevoel, dus ik ben ervan overtuigd dat ik vanaf morgen een rol kan spelen voor Jan Hirt en Louis Meintjes. We hebben een mooi collectief en ik denk dat ook onze andere jonge renners, zoals Kobe Goossens en Laurens Huys, nog meer van zich zullen laten zien deze week. Ik richt mijn focus op de rit van vrijdag, waarin er wellicht opnieuw een kans is om te sprinten. »
