De eerste nagenoeg vlakke rit in de Tour de l’Ain (2.1, 29-31/7) inspireerde slechts drie renners om in de aanval te trekken. Het internationale gezelschap kreeg van bij de eerste kilometers een vrijgeleide van het peloton. Arkea Samsic en Deceuninck Quickstep legden hun kaarten op tafel door in de achtervolging de verantwoordelijkheid op te nemen. Met een maximale voorsprong van minder dan drie minuten waren de vluchters vogels voor de kat. Een helling van vierde categorie had geen invloed op het wedstrijdverloop. In de straten van Bourg-en-Bresse nam Riccardo Minali de handschoen op met de andere sprinters. De Italiaanse sprinter werd 6e in deze door Alvaro Hodeg gewonnen openingsrit.
Een 6e plaats is geen uitzonderlijk goed resultaat, maar het stemt me wel tevreden om na een lange tijd zonder competitie het laatste deel van het seizoen op deze manier te starten. Misschien kon ik beter scoren, want ik kan een valpartij net voor me op 5 kilometer van de finish als excuus aanvoeren. Ik moest namelijk veel energie leveren om alle verloren posities opnieuw goed te maken. Ik ging als zesde door de laatste bocht en behield deze positie tot aan de streep. Ik ben gemotiveerder dan ooit om te presteren en daarvoor heb ik de voorbije maanden aan mijn lichaamsgewicht gewerkt. Morgen wordt een zware dag, maar ik zal vechten om zo lang mogelijk te overleven en hopelijk opnieuw voor de overwinning te sprinten.
De renners kregen in deze 141 kilometer lange rit de kans om zich op te warmen voor wat de komende twee dagen in het middelgebergte volgt. Deze vrijdag bevat de tweede etappe met start in Lagnieu vier gecategoriseerde beklimmingen. De renners bereiken na 105 kilometer de top van de Col de Portes die op een hoogte van 1001 meter gesitueerd is. Na de afdaling en passage in startplaats Lagnieu volgen nog 16 vlakke kilometers tot in Saint-Vulbas.