De klimmers van Intermarché-Circus-Wanty hebben de trui van het Waalse team laten schitteren in de zeventiende etappe van de Tour de France, die deze woensdag 19 juli als de koninginnenrit van deze editie beschouwd werd.
Het peloton moest in volgorde de beklimmingen van de col des Saisies, de Cormet de Roselend, de col de Longefroy en uiteindelijk de Col de la Loze, met haar 2300 meter hoogte het dak van de deze editie, overwinnen.
Rui Costa, die in de vijftiende etappe al in de ontsnapping aanwezig was, trok opnieuw in de aanval door op de Cormet de Roselend een kopgroep van een twintigtal renners te volgen.
De Portugees reed aan de leiding van de wedstrijd tot de laatste hindernis van de dag, terwijl Georg Zimmermann in de groep van de gele trui aan een uitstekende prestatie bezig was. Hij volgde de beste klimmers tot de laatste kilometers van de slotklim.
Na de wedstrijd van 165 kilometer bereikte Zimmermann de aankomst in Courchevel op de 17e plaats. Adrien Petit kruiste de finishlijn net als de rest van het team binnen de tijdslimiet en zal dus aan de start van de volgende etappe op maat van sprinters verschijnen.
“Voor deze Tour de France had ik de intentie om ten minste in één bergetappe de favorieten zo lang mogelijk te volgen. Vandaag voelde ik me goed van start tot finish. De slotklim Col de la Loze was de hel. Ik kende deze beklimming van de Tour de l’Avenir 2019, maar was vandaag toch nog verrast van de brutaliteit ervan. Het was onmogelijk om een ritme te vinden door de zeer steile flanken. Ook de verlaagde luchtdruk in het hooggebergte droeg bij aan de zwaartegraad van deze koninginnenrit. Ik ben erin geslaagd om de beste klimmers uit de Tour te volgen tot er nog slechts zeven renners in de groep van de gele trui overbleven. Ik heb Tadej Pogacar zelfs eerder dan mij zien kraken. Ik ben zeer fier op mijn prestatie. We komen dichter bij Parijs, ik zal me elke dag voor de volle 100% geven zodat we deze Tour met een overwinning kunnen beëindigen.”
